SCOUT – Review

Het valt voor spellenmakers tegenwoordig nog lang niet mee om iets te publiceren dat opvalt in bordspellenland. Het is de Duitse uitgeverij Oink Games echter gelukt om van hun kaartspelletje SCOUT zowel een blikvanger als een succesnummer te maken.

Ligt dat aan de strakke, stijlvolle vormgeving, of aan de knallende combinatie van de kleuren blauw, geel en oranje? Heeft het ermee te maken dat de spelcomponenten van uitstekende kwaliteit zijn en dat er zo verbazingwekkend veel in het compacte doosje blijkt te passen? Vinden mensen het thema misschien leuk? Of is het simpelweg een goed spel? U voelt ’m al aankomen: het antwoord is natuurlijk dat het een magische combinatie van al die elementen is.

Laten we beginnen bij wat voor type spel het is. SCOUT is een soort slagenspel, wat in dit geval inhoudt dat je setjes kaarten moet bijeen zien te vergaren, maar dat doe je dan wel volgens het principe van ‘ladder-klimmen’. En dat komt er kort gezegd op neer dat je alleen kaarten uit je hand mag spelen als er nog niets op tafel ligt, of als je een sterkere combinatie weet te neer te leggen dan wat er eerder door een tegenstander gespeeld is. Als er bijvoorbeeld een setje kaarten met de getallen 2 en 3 ligt, dan kun je op een aantal manieren je slag slaan. 2-3 kan verslagen worden door als het ware op de volgende sport van de ladder te klimmen en 3-4 te spelen. Maar je kunt 2-3 ook van tafel vegen door een paartje te spelen (bijvoorbeeld 2-2) of door een langere combinatie van meerdere opeenvolgende getallen te maken (bijvoorbeeld 2-3-4). Veel ingewikkelder dan dat wordt het niet (er zit dus geen constructie als Full House in SCOUT, om maar wat te noemen).

Maar SCOUT heeft, naast de ladder-klimmen, nog een aantal ontzettend leuke ‘tricks up its sleeve‘. Alle kaarten hebben twee getalswaardes. Zo kan een kaart bijvoorbeeld bovenaan het getal tien hebben en als onderliggende waarde het getal drie. Als je die kaart dan 180 graden draait, komt de drie dus bovenaan. Maar let op: dat omdraaien mogen de spelers maar één keer doen en wel meteen aan het begin van een speelronde. En je draait dan ook niet één of meerdere afzonderlijke kaarten om, maar ál je handkaarten in één … eh … handomdraai.

Waarom je dat eventueel zou willen doen? Wel, een andere bijzonder aardige speltechnische vondst van de SCOUT-bedenker Kei Kajino is dat je de volgorde van de kaarten in je hand niet mag veranderen. Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat je in je hand een opeenvolging van de volgende getallen hebt: 1-2-3-9-4. Die negen gooit dan roet in het eten als je ergens in het spel de krachtige combinatie 1-2-3-4 zou willen spelen, om, ik noem maar wat, de op de tafel liggende set van 5-6-7 van een tegenstander te verslaan. Maar vanwege het ‘volgordevastheidsprincipe’ mag je die reeks-verstorende negen er niet eventjes snel tussen vandaan vissen en elders in je kaartenwaaiertje plaatsen. Je zult ‘m op een andere manier kwijt moeten zien te raken (dat kan bijvoorbeeld als je de startspeler bent door met die negen uit te komen óf op een ander moment in het spel genoegen te nemen met het spelen van het 1-2-3-reeksje). Een andere oplossing zou misschien dus ook geweest kunnen zijn om je hele hand aan het begin in één keer om te draaien, waardoor het getallenfestijn plotsklaps er weer heel anders uit had gezien.

Pff. Als je het allemaal zo uitvoerig probeert te beschrijven, lijkt het alsof SCOUT voornamelijk een feestje is voor cijferliefhebbers, om niet te zeggen: wiskunde nerds. Maar het blijkt in de speelpraktijk echt niet een kwestie van voortdurend rekenwerk te zijn (al moet je natuurlijk wel berekenend te werk gaan om je tegenstanders te kunnen aftroeven met je slimmigheden).

Als je niet de mogelijkheid om de set die op tafel ligt te verslaan met iets krachtigers uit je hand (oftewel een ‘Show’-actie te doen), dan mag je altijd nog wel een ‘Scout’-actie doen. En dat houdt in dat je óf de beginkaart óf die aan het eind van de voorliggende reeks op hand neemt. Het mooie is dat je in deze situatie de betreffende kaart wél mag plaatsen waar je wilt en je mag ‘m zelfs draaien zoals je wilt. En dat, beste kaartspelliefhebbers, kan dan weer allerlei nieuwe, interessante en hopelijke vooral krachtige combinaties opleveren. O ja, en ik vergeet dan nog even te vermelden dat er sowieso sprake is van een klassieke win-winsituatie, aangezien de speler die de set had gespeeld, en waarvan door een Scout-actie nu iets wordt afgesnoept (of zelfs door meerdere Scout-acties), daar ruimhartig voor wordt gecompenseerd met een overwinningspunt in de vorm van een fiche.

Het aantal te spelen rondes wordt door het spelersaantal bepaald. En wie aan het eind de meeste slagen (één punt per verslagen kaart) en compensatiefiches heeft weten te verzamelen (minus eventuele puntenaftrek van overgebleven handkaarten), wint het spel.

Ik heb in deze bespreking getracht een indruk te geven van hoe het spel speelt, zonder daadwerkelijk alle details uit het regelboekje de revue te laten passeren (zo is bijvoorbeeld de ook nog mogelijke ‘Scout & Show’-actie niet uitgelegd). Maar ik hoop wel duidelijk gemaakt te hebben dat SCOUT een boeiend en strategisch spel is. Het bestaat al sinds 2019 en het doet het bijzonder goed in diverse waarderingslijstjes (op het moment van schrijven staat het zelfs op de vijftiende plek in de BoardGameGeek-lijst van Familiespellen). De aanschafprijs liegt er niet om, maar je krijgt ontegenzeggelijk veel waar en waarde voor je geld. Dat heeft te maken met de reeds genoemde kwaliteitscomponenten, maar ook voor het plezier dat SCOUT oplevert en het feit dat dit niet een titel is die eigenlijk alleen maar wat stof staat te verzamelen op je spellenplank.

Tot besluit nog kort iets over het thema. Die kleurrijke circustent blijkt niet voor niets op de voorkant van het speldoosje te staan. Als speler dien je je voor te stellen dat je een circusdirecteur bent die voortdurend op zoek is naar mogelijkheden om Shows op toe voeren die spectaculairder zijn dan die van de concurrentie (ik breng u in dit verband nog even snel de Show-actie in gedachten). Lukt dat eens een keertje niet, dan is er altijd nog de optie om nieuw talent te werven, of beter gezegd: te SCOUTen. En daarmee zijn alle circuscirkeltjes ook weer helemaal rond, waardoor we deze spelbespreking met een zeker gevoel van voldoening kunnen afsluiten.

Rest ons alleen nog SCOUT 7.5 van de 10 punten te geven. Bij deze.

Laat een reactie achter

Winkelwagen
Scroll naar boven