
Het behoeft eigenlijk helemaal geen betoog dat Everdell een ontzettend goed spel is. De algehele vormgeving en de manier waarop het spel op de tafel wordt gepresenteerd is ronduit fenomenaal, of je nou een fan bent van die imposante EverBoom of niet. Het prachtige tekenwerk, de aantrekkelijke kleuren, het thema van de antropomorfische bosdiertjes, die samen het mooiste dorp willen bouwen … het is allemaal simpelweg helemaal raak. En dan zijn er ook nog de altijd weer leuke spelhandelingen van het plaatsen van je werkers, het verzamelen van grondstoffen en het vergaren van overwinningspunten, plus het ontsluiten van krachtige kaartencombinaties. Dat alles draagt eraan bij dat Everdell op het moment van schrijven gerust een moderne klassieker mag worden genoemd. In ons gezin staat het dan ook al een aantal jaren met stip op één. Met slechts één enkele kanttekening: we zijn bijna allemaal van mening dat het spel doorgaans te lang duurt. Maar wat de speelduur betreft, hebben we nu ook goed nieuws: er is onlangs een aanzienlijk vlotter spelende, meer gestroomlijnde versie verschenen, getiteld Everdell Duo.

En wederom is het een feest voor de ogen. Schitterende grafische vormgeving. Fraaie speelstukken in de vorm van hazen, schildpadden en stinkdiertjes. Grondstoffen, zoals we die ook van de Grote Broer kennen (twijgen, bessen, hars, kiezelstenen). Een stevig speelbord, kartonnen Seizoens-, Rivier- en Gebeurtenistegels en een indrukwekkend grote collectie kaarten. O ja, en ook nog een Zon- en een Maanpion, die niet in het origineel voorkomen. De speldoos, het speelbord en de kaarten zijn een stuk kleiner dan we gewend zijn, maar dat is logisch, aangezien de spellenmakers ons op deze manier in compacte vorm de complete Everdell-ervaring bieden. Het spelgeheel leent zich er nu ook gemakkelijker voor om bijvoorbeeld mee op reis te nemen, zo heeft de ervaring ons na een recente korte Road Trip inmiddels al geleerd.

En dat alles, beste bordspelliefhebbers en/of koopjesjagers, voor een opvallend aantrekkelijke aanschafprijs. Hoe kunnen ze het er voor maken? zo vraag je je meteen af. En dan hebben we het niet alleen over het kunstige artwork en de kwalitatief goede spelonderdelen, maar ook over het opmerkelijke feit dat Everdell Duo meerdere spelvarianten biedt: competitief, coöperatief, met uitdagingen, en in campagnevorm (met maar liefst 15 hoofdstukken). En ja: je kunt het ook uitstekend solo spelen. Weliswaar tweehandig, maar hee, dat is wat mij betreft helemaal prima, en het blijft bovendien recht doen aan het woordje ‘Duo’ in de titel.

Het is ondertussen al wel duidelijk geworden dat het spelenthousiasme weer eens in alle hevigheid bij mij is toegeslagen. Tjonge, dacht ik, na een behoorlijk aantal potjes Everdell Duo gespeeld te hebben (tegen elkaar, met elkaar, solo en beginnend aan de campagne). Tjongejonge, wat een bijzonder fraai, veelzijdig en veelomvattend spel. Wat een enorme herspeelbaarheidsfactor. Wat zijn het toch ook een super leuke karaktertjes, die elkaar hevig bestrijdende, of juist, ondanks hun behoorlijke karakterverschillen, vlijtig samenwerkende burgemeestertjes, wier politieke carrières nauwlettend worden gevolgd en becommentarieerd door de voortdurend hinderlijk in de weg lopende persmuskieten … eh … journalistieke stinkdieren van de krant The Root, onder leiding van de immer kritische Lily Thorn, die voor de vliegensvlugge burgermoeder-haas Honey Sundew en de wat rustiger voortsukkelende burgervader-schildpad Oliver Topshell ongetwijfeld een spreekwoordelijke doorn in het oog én in hun zij moet zijn.

Zoals aangegeven, is het voor ons een groot pluspunt dat je Everdell Duo in een half uurtje tot driekwartier speelt, in plaats van het toch al gauw overgrote dagdeel dat je doorgaans met het grote Everdell doorbrengt. Toegegeven: dat laatste is in ons geval dan wel met vier of soms vijf spelers, terwijl de Duo-variant vanzelfsprekend slechts met z’n tweetjes gespeeld wordt. Of eventueel in je eentje.
Als we Everdell Duo nog wat verder vergelijken met het origineel, valt op dat er een aantal interessante spelmechanieken zijn toegevoegd. Zo zijn daar bijvoorbeeld de twee reeds genoemde Zon- en Maanpionnen, die je niet alleen het gevoel geven dat de seizoenen behoorlijk snel voorbij vliegen, maar het spel ook een nieuwe strategische laag geven. Tijdens je beurt mag je namelijk kiezen uit een aantal acties, en drie daarvan (een werker plaatsen, een kaart spelen of een kaart van de trekstapel of van de Weide op het speelbord pakken) zorgen ervoor dat je ófwel de Zon óf de Maan een stapje vooruit moet zetten op het spoor. Logisch, want het uitvoeren van diverse werkzaamheden kost nu eenmaal tijd, en dat is met dit voortschrijden van de Zon en de Maan mooi uitgebeeld. Maar het is meer dan alleen een cosmetische ingreep, aangezien je je speelhandelingen nu nóg zorgvuldiger moet plannen. Als bijvoorbeeld de Zonnepion als eerste het laatste plekje op het zeven stappen tellende spoor heeft bereikt, mag er tijdens deze spelronde niet meer een Zonne-actie ondernomen worden … en laat dat nou nét het plaatsen van één van je toch al schaarse Werkers zijn! En inderdaad, beste snelle en tactische denkers onder jullie: als je het eventjes goed uitkient, kun je op deze manier in de competitieve speelvariant je tegenstander zo nu en dan een akelige loer draaien, door bepaalde acties op het laatste moment te blokkeren. Maar pas goed op: je ontzegt jezélf dan natuurlijk ook bepaalde acties.

Iets anders wat opvalt in Everdell Duo is het feit dat je tijdens je beurt nu te allen tijde onbeperkt kaarten mag afleggen om grondstoffen te verkrijgen (setjes van twee kaarten voor één willekeurige grondstof, om precies te zijn). En dat is heel fijn, want daardoor heb je meteen het gevoel dat je wat meer lucht en speelruimte hebt in dit Worker Placement-spel—een genre dat zich voornamelijk kenmerkt door Beperkingen (je zou meer willen doen in een beurt) en Schaarste (je zou meer middelen tot je beschikking willen hebben).
Verder wijzen we nog even op de ‘Bezet’-fiches (de bekende ronde, houten deurtjes), die in Duo net eventjes iets anders werken dan in het basisspel. In Everdell zelf mag je zo’n fiche gebruiken om een boswezentje gratis in een bij hem of haar horend gebouwtje te plaatsen (bijvoorbeeld de Boer of Boerin in een Boerderij), maar nu is de enige voorwaarde om zulke productieve Dorpbewoners voor nul besjes te kunnen plaatsen, dat Dier en Onderkomen dezelfde kleur hebben.
Het laatste stukje spelmechaniek dat we willen noemen, zijn de twee Riviertegels, die aan het eind van ieder seizoen omgewisseld dienen te worden voor twee nieuwe. Die plekjes bij de rivier zijn over het algemeen lucratievere locaties om eens eventjes snel een werkertje naartoe te sturen dan de standaard grondstof-, kaart-, of ficheverzamelingsplekken onderaan het speelbord. Weliswaar verdwijnen die twee aantrekkelijke vergaarplaatsen weer aan het eind van een seizoen, maar er komt eigenlijk altijd wel weer iets anders leuks voor in de plaats. Het moge hoe dan ook duidelijk zijn dat deze Riviertegels op hun eigen manier een stevige duit in het zakje doen als het op de variabiliteit en herspeelbaarheid van Everdell Duo aankomt.

Wat een fantastisch spel is dit toch ook weer! Heel veel complimenten voor alle betrokken creatievelingen die zulks uit hun hoge spellenmakershoeden hebben weten te toveren. Veel écht houtsnijdende kritiek hebben we niet, al viel het ons wel op dat het mooi vormgegeven regelboekje niet helemaal volledig was. Voor een compleet overzicht van de (werking van de) tachtig (80!) Constructie- en Dierenkaarten word je namelijk verwezen naar een PDF op de website van de uitgever. En verder hadden we nog wel graag een opruimingsbevorderende insert in de speldoos gezien. Maar dat laat onverlet dat dit een elegante, zeer volledige en bijzonder welkome nieuwe twijg aan de EverBoom is, die met goed fatsoen eigenlijk niet in een klein-maar-fijne collectie mag ontbreken.
Waardering: 2 twijgjes, 2x hars, 2 kiezelstenen en drieënhalve bes.
(We bedoelen natuurlijk 9.5 van de 10 Overwinningspunten).
